Journalisten in het digitale tijdperk: 4 bevindingen

Blog
Opinie
Talitha Dirkzwager
14-05-2014
De 'Indiana University School of Journalism' onderzoekt regelmatig het gedrag en de denkbeelden van journalisten in de Verenigde Staten. Dit deden ze voor het eerst in 1971 en onlangs publiceerden ze een rapport met de resultaten van een nieuw onderzoek: "The American journalist in the digital age". Professoren Lars Willnat en David Weaver onderzochten eind 2013 online de meningen van 1,080 Amerikaanse journalisten.

Het is geen geheim dat het PR-vak en de journalistiek drastisch veranderd zijn door de komst van het Internet. En daarmee lopen ze in Amerika net een paar jaartjes voor. Denk aan de opkomst van social media en content marketing. Daarom volg ik graag de ontwikkelingen in de VS op dit vlak en stuitte zo op dit rapport via Mediabistro. Ik deel graag de 4 opvallendste punten:

1.    Journalisten zijn steeds minder tevreden over hun baan...Het meest 'trieste' cijfer uit het rapport, is de mate waarin journalisten 'erg tevreden' zijn over hun baan. In 1971 gold dit nog voor bijna de helft van de journalisten, in 2013 nog maar voor 23,3%... Oorzaken worden niet genoemd, maar laten zich raden.

Ik denk dat dit in Nederland niet heel anders is. Een markt die onder druk staat, steeds kleinere redacties - en daarmee een hogere werkdruk - en steeds meer invloed van adverteerders op de inhoud. Dit zijn elementen die de glans toch iets af kunnen halen van het in de basis prachtige journalistenvak.

2.    Weg vrijheid...Journalisten in Amerika krijgen steeds minder vrijheid om hun eigen verhalen te kiezen. In de jaren '70'en '80 gaf zo'n 60% aan dat ze bijna volledige vrijheid hadden. Vandaag de dag is dit nog maar 33,6%. De redenen hiervoor liggen ongetwijfeld in het verlengde van het eerste punt. Toenemende invloed van adverteerders op de inhoud en in sommige gevallen ook bemoeienis vanuit de politiek en andere belanghebbenden.

Als PR-adviseur in Nederland merk je heel sterk dat de invloed van adverteerders is toegenomen. 10 jaar geleden maakte iedere redacteur me duidelijk dat zij als redactie 'volledig onafhankelijk' waren. Nu krijg je van sommige redacties na het sturen van een persuitnodiging de reactie dat ze 'alleen komen als de betreffende klant een adverteerder is'... Gezien de status van de markt niet helemaal onlogisch en prima als je klant een groot mediabudget heeft, maar mijn voorkeur ging eigenlijk uit naar de onafhankelijke periode... Het hangt natuurlijk wel af van het type journalist en voor echt groot nieuws zullen journalisten uiteraard altijd komen. De verschuiving is er echter onmiskenbaar.

3.    Snelheid van het nieuws wordt minder belangrijk...Hoewel je zou verwachten dat journalisten in het snelle internettijdperk hun nieuws graag zo snel mogelijk naar buiten willen brengen, blijkt het tegenovergestelde waar. Het belang van de 'snelheid van nieuws' is zelfs teruggezakt onder het niveau van 1971, toen de mogelijkheden om nieuws te verspreiden juist nog beperkt waren. Minder dan de helft van de journalisten van nu vindt het belangrijk om nieuws snel te delen. In de jaren '90 was dit nog bijna 70%!

Vermoedelijk komt dit juist door de komst van het Internet. Nieuws ligt zo snel op straat via bijvoorbeeld nieuwsdiensten, dat juist de artikelen die gebaseerd zijn op uitgebreide research extra waardevol zijn. En die hoeven niet zo snel mogelijk online! Ook zie je de trend dat media zoveel mogelijk hun eigen nieuws willen maken, los van de actualiteit.

Een bedrijf dat hier in Nederland mooi op inspeelt is Wayne Parker Kent. Hun online titels, zoals Famme en Froot, zijn succesvol geworden door hun eigen wijze van nieuws brengen. Grappige filmpjes, lijstjes, etc. blijken goed aan te slaan. Als PR-bureau niet altijd makkelijk... Want dat leuke lijstje dat je bij ze pitcht over 'de onzekerheden van moeders', naar aanleiding van een onderzoek van een klant, komt daardoor juist niet in aanmerking voor hun kanalen: het komt terug in andere media, dus is niet uniek genoeg. Voor mij als lezer van hun artikelen uiteraard juist wel een prima strategie!

4.    Van specialist naar generalistDe veranderingen in de mediawereld zorgen ervoor dat journalisten heel anders tegen hun vak zijn gaan aankijken. Zouden ze extra training mogen volgen, dan kiezen ze voor 'het opnemen en editen van videos', 'social media engagement' en 'data journalism'. Slechts 8,6% van de journalisten wil werken aan hun inhoudelijke kennis. Een groot contrast met de jaren '70 en '80, toen journalisten juist wilden werken aan 'inhoud' door bijvoorbeeld aanvullende scholing te volgen op het vlak van politiek, recht of economie.

Journalisten zien dus in dat het belangrijk is om breed inzetbaar te zijn en de trends te volgen. Videos zijn populair en een generalist die zowel het verhaal kan vinden, uitwerken en opnemen heeft een streepje voor. Het zou me niet verbazen als ook in Nederland een toename van generalisten binnen de journalistiek ontstaat. Tot op zeker hoogte is dit nu al te merken. Vroeger wist je als PR-adviseur precies welke persoon gespecialiseerd was in welk onderwerp. Door inkrimpende redacties hebben journalisten tegenwoordig een veel bredere portefeuille gekregen en is het lastiger in te schatten welk onderwerp bij wie hoort. Dat is echter een andere vorm van generalisme. Ik zie de schrijvende pers nog niet met een camera in de hand staan. Wie weet over een paar jaar...?

De mediawereld blijft een interessant en dynamisch vakgebied. Waar zullen journalisten over 10 jaar staan? Zijn het dan generalisten die met een camera in de hand hun eigen verhalen bedenken, tot in detail uitwerken, er een video van monteren en vervolgens zelf de social engagement voor hun rekening nemen? De tijd zal het leren. Wij volgen de ontwikkelingen in Amerika in ieder geval op de voet, zodat we hier in Nederland op kunnen anticiperen!

Foto: 1000 Words / Shutterstock.com

Verleg je grenzen!

schrijf je nu in voor onze nieuwsbrief!
Schrijf je nu in voor
onze nieuwsbrief