Zijn we door social media té updategeil geworden?

Blog
Opinie
Jos Govaart
05-06-2013


De massale omarming van social heeft gezorgd voor een aardverschuiving in de journalistiek. De honger naar méér nieuws is haast onstilbaar te noemen. Enerzijds heeft social gezorgd voor een schat aan bronnen voor informatie, maar zorgt de gedwongen snelheid misschien wel voor een devaluatie van het journalistieke product.

Meer en sneller gaan publiceren
Vorige week publiceerden ING Bank en Social Embassy een onderzoek naar de impact van social op PR, woordvoering en journalistiek.  Zoals onderstaande infographic aantoont kunnen journalisten niet zonder social media. Ze zijn meer en sneller gaan publiceren.

Dwang tot openheid is goed
Laat ik met het goede nieuws beginnen. Dat mensen actief zijn op social is goed omdat mensen veel beter kunnen begrijpen hoe het handelen van organisaties in elkaar steekt. Mensen kunnen organisaties ook ter verantwoording roepen en kritische vragen stellen en vervolgens in dialoog gaan. Dat alles is goed nieuws voor consumenten. De klassieke marketing - of pr prietpraat is niet meer geloofwaardig. Al het handelen door organisaties wordt door het publiek be- of veroordeeld.

Daar kleeft voor mij ook gelijk het eerste nadeel aan. Zijn we niet te nieuws, of nog concreter "updategeil" geworden? We verwachten van organisaties constant updates van hetzelfde nieuws. Dat leidt al tot treurige nieuwsuitzendingen bij hekken, tot een politiek umfeld waarbij scoren in de media belangrijker geworden is dan beleid. Het is ook een gegeven waar wij als pr-professionals ons voordeel mee kunnen doen. Als je anderen munitie kunt geven om te scoren, dan is het nieuws zo gemaakt.

Degene met de grootste bek
Dat brengt mij op de stelling dat echte journalistiek belangrijker is dan ooit. Naar wie wil je nu nog écht luisteren? Iedereen kan op social media zeggen wat hij wil. Iedereen heeft een mening. Maar wie brengt echt wat belangrijk is? De filter is moeilijk. De filter ben ik zelf. Of dat zijn mijn peers op social media. Maar zij zijn zelden écht domeinspecialisten voor onderwerpen buiten mijn branche. Dat kan een goede journalist nog wel zijn. Maar niet wanneer de journalist zijn dagelijkse quotum van 6 webstukjes moet halen. De huidige economische situatie bij veel redacties laat soms niet anders toe. De krant en de site moeten gevuld worden. Met zo weinig mogelijk bezetting. Moeilijke situatie, kan ik me zo voorstellen. We merken ook dat journalistieke producties in kranten en tijdschriften steeds vaker te koop zijn. Branded content noemen we dat dan. Vanuit PR moeten we niet roomser dan de paus zijn. Maar het is wel een gevaarlijk hellend vlak. Zolang het goede en relevante content is die niet al te commercieel is, dan kan het. Niets mis mee. Sterker nog, het zou de kwaliteit van veel titels kunnen verbeteren. Maar wanneer de journalistieke relevantie het keihard van de pegels gaat verliezen, dan hebben we gewoon een maatschappelijk probleem.

Investeren in echte journalistiek
Wie investeert er in nieuwe journalistieke modellen? Dat is iets moeilijks. En wie heeft er écht visionaire ideeën?  Tom Foremski had het er tijdens ons summit van een paar weken geleden ook nog over. Er moet meer geld naar journalistiek. En niet alleen geld. Ook mensen met een visie die verder denken dan alleen het verdienmodel. Ik ben het daar mee eens. Omdat het journalistieke ambacht moet blijven bestaan. Journalistiek is wat mij betreft een ondergewaardeerd en vaak onderbetaald vak.

Ik heb me ingeschreven voor de Correspondent. Ik weet nog niet eens of ik er in geloof. Maar ik wil elke poging tot vernieuwing in de journalistiek omarmen. Een ander fijn voorbeeld is 7 Ditches van Ronnie Overgoor. Hij gelooft in het maken van goede online videocontent en doet evangelie- en pionierswerk. Ik hoop dat er nog meer van dit soort pioniers volgen. We hebben ze nodig.

Verleg je grenzen!

schrijf je nu in voor onze nieuwsbrief!
Schrijf je nu in voor
onze nieuwsbrief